Spoelwormeitjes en mestonderzoek
Bij de spoelworm (Parascaris equorum) wordt vaak gedacht dat eitjes zelden in de mest voorkomen. Dat klopt niet: de eitjes worden wel degelijk gelegd en uitgescheiden, maar er zijn een paar belangrijke redenen waarom ze in mestonderzoek toch vaak gemist worden.
Wie legt eitjes?
Alleen volwassen vrouwelijke spoelwormen produceren eitjes.
- Mannelijke spoelwormen en onvolgroeide stadia leggen geen eitjes.
- Het aantal eitjes dat uiteindelijk in de mest terechtkomt, hangt dus niet alleen af van het aantal wormen, maar ook van hun geslacht en ontwikkelingsstadium.
Hoeveel eitjes per gram mest?
Een volwassen vrouwelijke spoelworm kan naar schatting 100.000 tot 200.000 eitjes per dag produceren. Dat klinkt enorm veel, maar een paard produceert gemiddeld 25 kg mest per dag. De eitjes worden over al die mest verdeeld:
- 100.000 eitjes ÷ 25.000 g mest = 4 eitjes per gram mest (epg)
- 200.000 eitjes ÷ 25.000 g mest = 8 epg
Een paard met een volwassen vrouwelijke spoelworm scheidt dus gemiddeld maar 4–8 epg uit.
Waarom worden ze vaak niet gevonden?
De uitkomst van mestonderzoek wordt uitgedrukt in epg (eieren per gram mest). De gebruikte methode bepaalt hoe gevoelig de detectie is:
- Standaard mestonderzoek met McMaster: is de detectielimiet 25 epg.
→ Een uitscheiding van 4–8 epg blijft onder deze grens en wordt niet gedetecteerd. - Flotac-methode: is de gevoeligheid 5 epg.
→ Een uitscheiding van 8 epg is hiermee wel aantoonbaar, en soms wordt zelfs 4 epg opgepikt, afhankelijk van de verdeling in het monster.
Conclusie
Spoelwormeitjes zijn dus wel aanwezig in de mest, maar door de relatief lage eiproductie per gram én het feit dat alleen volwassen vrouwtjes eitjes leggen, worden ze vaak gemist met standaard mestonderzoek. Met de gevoeligere Flotac-methode vergroot je de kans om ook lage besmettingen vroegtijdig vast te stellen, wat vooral bij veulens en jonge paarden van groot belang is.
